Actreen®proefpakket

Productsnelzoeker

Kies een categorie of subcategorie

Vraag en antwoord over eenmalige sondes

Man with headphones

Veelgestelde vragen

Zelfsondage is een effectieve methode voor het behandelen van urineretentie. Dit geeft jou weer vrijheid, waardoor de kwaliteit van leven aanzienlijk verbetert. In de afgelopen jaren is zelfsondage de voorkeursbehandeling geworden voor de behandeling van neurogene blaasdisfunctie. Deze kan ontstaan door aandoeningen als een dwarslaesie, spina bifida of Multiple Sclerose (MS).

Zelfsondage wordt pas geadviseerd nadat een arts alle aspecten van het ziektepatroon zorgvuldig heeft overwogen. Ook wordt eerst onderzocht of er sprake is van urineretentie. Dit wordt gedaan door een onderzoek van de blaas. Als er vaak een bepaalde hoeveelheid urine in de blaas achterblijft, is dat een reden om met zelfsondage te starten.

Een gezonde blaas wordt regelmatig geledigd. Dit is ongeveer vier tot zes keer per dag. Het aantal keer sonderen verschilt per persoon en is afhankelijk van meerdere factoren, zoals de hoeveelheid die je drinkt, het weer, aanvullende voorgeschreven medicatie en de specifieke reden voor zelfsondage. De behandelende arts laat je weten hoe vaak je moet sonderen. Zelf moet je nadenken over de beste momenten van de dag om te sonderen, passend bij je levensstijl.

Klik op de afbeelding om de uitleg in volledige grootte te bekijken.

Klik op de afbeelding om de uitleg in volledige grootte te bekijken.

Het varieert hoeveel je per dag moet drinken, afhankelijk van hoe actief je bent en hoe hoog de temperatuur is. Je moet ernaar streven om ongeveer 1,5 liter tot 2 liter vloeistof per dag te drinken. Probeer ook cafeïnehoudende drank, zoals koffie en thee, te vermijden.

Ga in een comfortabele positie zitten als je problemen hebt met het inbrengen van de sonde. Probeer te ontspannen en wacht een tijdje voordat je het opnieuw probeert. Als het mogelijk is, kan het nemen van een bad ook helpen om te ontspannen. Neem contact op met je zorgverlener als je merkt dat je de sonde meerdere keren niet in kan inbrengen.

Probeer je geen zorgen te maken als je de sonde niet krijgt verwijderd. Wacht even voordat je het opnieuw probeert. Hoesten kan soms ook helpen om de katheter los te maken. 

Het is belangrijk om je blaas niet te vol te laten lopen. De volgende symptomen kunnen erop wijzen dat je blaas te vol is geworden:

  • Een opgeblazen onderbuik
  • Hoofdpijn
  • Warm en zweterig gevoel

Als er geen urine uit de sonde komt, verwijder je de sonde en probeer je het nog een keer met een nieuwe sonde. Zorg ervoor dat je de sonde op de juiste plaats inbrengt. Als er nog steeds geen urine uitkomt en je voelt dat de blaas nog vol is, neem dan contact op met je arts.

Een van de meest voorkomende complicaties bij zelfsondage is een urineweginfectie. Je kan mogelijk een beetje bloeden bij het inbrengen van de sonde of het inbrengen van de sonde gaat moeizaam. Neem contact op met je arts als je hier last van hebt.

De symptomen die op een urineweginfectie kunnen wijzen zijn:

  • Een branderig gevoel
  • Koorts
  • Een grieperig gevoel
  • Troebel, slecht geurende urine

Neem in het geval van het bovenstaande symptomen contact op met je arts. Verhoog ook de vochtinname.

Kinderen met blaasproblemen (neurogene blaasdisfunctie) kunnen worden gesondeerd door ouders/verzorgers of een professionele zorgverlener. Belangrijk is dat er zo steriel mogelijk wordt gesondeerd. Dit kan prima met de Actreen® sondes, omdat door de handige verpakking en de wijze van openen de sonde in principe niet hoeft te worden aangeraakt. Na een zorgvuldige training van een continentie verpleegkundige kunnen ouders hun eigen kind sonderen.

De leeftijd waarop een kind zelf begint met sonderen, hangt af van de eigen ontwikkeling en zelfvertrouwen. 

Voor jonge kinderen en baby's heeft B.Braun Actreen® sondes met een diameter van 2,0 - 2,7 mm (charrière 06 - charrière 08)